About Text

Zoals geopenbaard aan Gods Boodschapper
Marshall Vian Summers
op 5 februari 1997
in Boulder, CO, Verenigde Staten

Over deze tekst


Wat je in deze tekst leest is de transcriptie van de originele stem van de Engelenschare zoals zij door de Boodschapper Marshall Vian Summers sprak.

Hier wordt de originele communicatie van God, die voorbij woorden bestaat, vertaald naar menselijke taal en begrip door middel van de Engelenschare die over de wereld waakt. De Engelenschare levert vervolgens Gods Boodschap aan de Boodschapper, waarna het wordt getranscribeerd en beschikbaar gemaakt aan jou en aan alle mensen.

In dit opmerkelijke proces spreekt de Stem van de Openbaring opnieuw. Het Woord en het Geluid zijn in de wereld. Moge jij de ontvanger zijn van dit geschenk van de Openbaring en moge jij open staan om deze unieke Boodschap in ontvangst te nemen voor jou en voor jouw leven.




Noot voor de lezer:
Deze vertaling werd voor de Society verzorgd door een student van de Nieuwe Boodschap die aangeboden heeft om de originele Engelse tekst te vertalen. Wij stellen deze vertaling in haar vroege vorm beschikbaar voor de wereld om mensen de mogelijkheid te geven in hun eigen taal kennis te maken met een deel van de Nieuwe Boodschap.

De religieuze tradities van de wereld hebben een rijk erfgoed, en vanuit het perspectief van de Grotere Gemeenschap hebben zij Kennis levend gehouden in de wereld, ondanks dat ze werden gemanipuleerd door regeringen in de wereld, samenlevingen, enzovoort. Zij hebben de gloed van spiritualiteit levend gehouden voor vele, vele mensen.

Maar omdat de mensheid zich in een staat van betrekkelijk isolement heeft ontwikkeld en niet de uitdaging en het voordeel heeft gehad van ontmoetingen met andere vormen van intelligent leven in de Grotere Gemeenschap, op geen enkele schaal van betekenis, hebben de tradities binnen deze wereld bepaalde fundamentele beperkingen. Deze beperkingen zijn begrijpelijk gezien het isolement van de mensheid en ze moeten worden begrepen als het gevolg, voor een groot deel, van dit isolement.

Voor de student van Kennis zijn er bepaalde dingen die met elkaar verzoend moeten worden. Deze vloeien voort uit de culturen en religieuze tradities waarin de meeste mensen in de wereld zijn grootgebracht. Zij vertegenwoordigen zowel de aspiraties als de grenzen van het bewustzijn en begrip van de mensheid.

Of je nu uit een streng religieuze achtergrond komt of niet, je wordt beïnvloed door deze conditionering, want dit is de algemene onderstroom van je culturele conditionering. En of je je er nu bewust van bent of niet, ze bepalen je gezichtspunt.

Laten Wij dit nu bespreken, zodat je een duidelijker begrip krijgt van wat een spirituele roeping in de wereld betekent, hoe de omstandigheden in de wereld zijn veranderd en wat dit nu vereist.

Er zijn bepaalde geloofsovertuigingen in de wereld die overal ter wereld voorkomen, zowel in religieuze tradities die vele naties omvatten als binnen tribale tradities. Aan de basis van deze tradities ligt een poging om de moeilijkheden van het leven het hoofd te bieden en vertrouwen te houden in een grotere of hogere macht, in een Goddelijke kracht, die het menselijk handelen kan beschermen en leiden.

Hoewel religies in hun culturele en politieke associaties vaak in andere dingen zijn veranderd, is de essentie van hun beoefening het levend houden van de spirituele ervaring, de mensen in staat stellen een directe ervaring van het goddelijke te hebben en een hoger bewustzijn in de wereld te brengen een ethiek die groter is dan wat de markt kan dicteren en wat het aardse leven zelf in de mensen stimuleert.

Maar er zijn ook bepaalde problemen. Deze problemen vormen een grote belemmering om de Grotere Gemeenschap en de betekenis van spiritualiteit in de Grotere Gemeenschap te begrijpen. Dit is de reden waarom de religieuze instellingen vandaag de dag grotendeels in de weg staan van het begrijpen van de betekenis van de Grotere Gemeenschap of van wat er nodig is voor mensen om zich adequaat voor te bereiden op de Grotere Gemeenschap.

Intrinsiek hierin is het feit dat hun basisbegrip van de mensheid en haar relatie met de natuur en het Goddelijke ernstig op de proef zal worden gesteld door de realiteit dat de mensheid opkomt in een Grotere Gemeenschap. Hier moet zij zich realiseren dat haar meest gekoesterde idealen niet absoluut zijn. Zij zijn voor het grootste deel niet universeel, en de vereisten van het spirituele leven moeten nu opnieuw worden beoordeeld. En de parameters van het leven en de zin van het leven moeten een grotere context krijgen waarin zij zinvol kunnen worden.

Wij denken dat dit zeer gezond is voor alle religieuze tradities in de wereld. Zij moeten groeien en zich uitbreiden. Als zij niet groeien en zich uitbreiden, zullen zij inkrimpen en in wezen reactionair worden en zich verzetten tegen de grote veranderingen die zich op dit moment in de mensheid voordoen. Dit zal hun tradities nieuw leven inblazen en een nieuwe bezieling en een nieuw bewustzijn brengen, dat de mensheid nu zo hard nodig heeft.

Binnen de huidige religieuze tradities in de wereld bestaan bepaalde dichotomieën die moeten worden aangepakt. Wij hebben er tot dusver reeds vele genoemd, maar laten Wij hier nu nader op ingaan.

Laten we eerst het hele idee van Hemel en Hel onderzoeken binnen de context van de Grotere Gemeenschap zelf. Simpel gezegd vertegenwoordigt de Hemel waar je vandaan komt en waar je naar zult terugkeren, maar in termen van de ervaring van vandaag heeft hij te maken met je nabijheid tot Kennis, je loyaliteit aan Kennis en je identificatie met Kennis.

De hel staat voor je onvermogen om toegang te krijgen tot je ware natuur, waardoor je in een wereld van grote onzekerheid en twijfel, angst en lijden terechtkomt. Dit is het vagevuur. Het vagevuur is niet de beloning voor slecht gedrag. Het vagevuur is niet de plaats waar je heen gaat als de Hemel je niet wil. De Hemel wil jou altijd.

Het vagevuur is leven zonder Kennis. Apart gezet worden. Leven in isolement en afzondering – afzondering van Kennis in jezelf en afzondering van de betekenis van je ware relaties in het leven.

In de Grotere Gemeenschap bestaat er geen hemel of hel in de traditionele zin. Als je hierover nadenkt, zal het je duidelijk beginnen te worden. Want wat goed gedrag is in een mensenwereld zou moeten worden veranderd in andere beschavingen en andere werelden. In veel gevallen hebben andere rassen hun eigen idee van hemel en hel, hun beloning voor goed gedrag en hun straf voor slecht gedrag. Ze lijken voor jou net zo irrelevant als jouw voorstelling van hemel en hel voor hen lijkt. Hier is niets universeel. Dit is een plaatselijk gebruik, een plaatselijke traditie – in dit geval, plaatselijk in jullie wereld.

In de Grotere Gemeenschap bestaat geen begin en geen einde. Geen fantastisch scheppingsverhaal. Geen naderend einde voor het leven in het universum. Leren heeft echter wel een einde. En aan het fysieke leven zal een einde komen, maar dat ligt zo ver in de toekomst dat het buiten het bereik van jouw bekommernis valt.

Evenzo is de ontwikkeling van leven binnen de fysieke werkelijkheid iets dat ver voor de schepping van jouw wereld is begonnen. Dus het begin is zo lang geleden, en het einde ligt zo ver in de toekomst dat dit onmogelijk van doorslaggevend belang kan zijn voor je begrip van de zin en de aard van het Goddelijke in je leven.

Opnieuw moeten Wij onderscheid maken tussen de overredingskracht die door jullie religieuze instellingen wordt gebruikt en de betekenis van een werkelijk religieus leven. Conformiteit en gehoorzaamheid, vermengd met politiek opportunisme hebben geleid tot veel van de idealen en voorschriften die het denken van de meeste mensen hier lijken te beïnvloeden.

Het is alsof men wil zeggen dat, tenzij er een grote dreiging van straf is, tenzij er absoluutheden zijn waarin de mensen moeten geloven, zij doelloos zullen ronddwalen. Omdat ze uit zichzelf geen echte motivatie bezitten, moeten ze worden geregeerd, en dus worden bovenstaande zaken in het leven geroepen om doeltreffend te kunnen regeren.

Maar de student van Kennis moet verder dan deze dichotomieën kijken en de echte waarheid zien die zich daar bevindt. Laten we eens kijken naar de dichotomie tussen goed en kwaad. Dit is een zeer moeilijke, aangezien veel mensen er zeer, zeer radicale ideeën over hebben.

Veel van het bestaande idealisme is niet zozeer het gevolg van echte serieuze overwegingen en beschouwingen, maar is meer een sociale respons. Mensen denken bijvoorbeeld dat zij, vanwege de overheersing van de kerk in het verleden, het idee van het kwaad moeten verwerpen. Hebben zij daar werkelijk over nagedacht, of is het gewoon een reactie?

Het is duidelijk dat er mensen zijn die zich inzetten voor het goede en dat er mensen zijn die zich inzetten om het goede tegen te werken. Zij vertegenwoordigen de tegengestelde uitersten. In het midden bevindt zich de rest, die weifelt tussen beide alternatieven.

Er bestaan krachten ten goede en krachten die onenigheid nastreven. Je kunt ze goed en kwaad noemen, maar ze zijn in wezen complexer dan dat. Het vermogen om goed te doen en het vermogen om kwaad te doen zitten in ieder mens. Welke kracht gaat dan de boventoon voeren in iemands leven? In ieder mens is de ene kracht ofwel extreem of juist iets meer overheersend dan de andere.

Binnen de context van de Grotere Gemeenschap en binnen Spiritualiteit uit de Grotere Gemeenschap, kan je hier op een andere manier naar kijken. We komen hierbij weer terug bij de essentie van Kennis. Wanneer je verbonden bent met Kennis, doe je het goede. Wanneer je niet verbonden bent met Kennis, heb je de neiging het goede tegen te werken, ook al neig je soms naar het goede.

Niemand in het leven is helemaal goed, en niemand in het leven is helemaal slecht. Je kunt niet helemaal goed zijn, want er is altijd de mogelijkheid dat je misleid wordt of een fout maakt in je waarneming en oordeel, enzovoort. Iedereen kan fouten maken in het fysieke leven. Dit geldt zowel voor de wereld als voor de hele Grotere Gemeenschap.

Evenzo kan niemand helemaal slecht zijn, omdat je Kennis in het individu niet met wortel en al kunt verwijderen. Je kunt niet vernietigen wat God daar heeft geplaatst. Het kan worden ontkend; het kan worden tegengewerkt; het kan volledig worden vermeden, maar het kan niet worden geëlimineerd.

Daarom heeft ieder individu, ongeacht hoe schadelijk zijn gedrag ook is, de mogelijkheid en de potentie om goed te doen. Hier moet je een kinderlijke kijk op wat goed en kwaad is ontgroeien, een kinderlijke kijk op engelen en demonen ontgroeien, en terugkomen tot de realiteit van het leven.

De Schepper weet wanneer je op de wereld komt dat de wereld vol moeilijkheden is en dat je veel fouten zult maken en dat je misschien niet eens slagen zult in het vinden van je doel en je weg hier. Dat wordt uiteraard begrepen.

In feite vinden hier maar weinig mensen hun doel en hun missie. Alle anderen doen een poging, maar slagen op de een of andere manier niet. Dat komt omdat de wereld zo moeilijk is en omdat zij, om hun eerste grote leerfase te bereiken, grotendeels onwetend moeten zijn van hun ware aard, hun ware oorsprong en hun ware bestemming.

Nogmaals, als je je zo bewust was van je Aloude Thuis en je de relaties die je daar hebt, zou je de wereld niet in willen gaan. Dat zou te moeilijk zijn. Je verlangen om naar Huis te gaan zou zo groot zijn dat het je zou verhinderen hier volledig te participeren. Wanneer je bij je Spirituele Familie bent voordat je de wereld ingaat, lijkt de wereld niet zo moeilijk. Als je thuis bent, is alles zo gaaf; is alles zo compleet; wordt je zo volledig begrepen. Zodra je in de wereld komt, is dat allemaal verdwenen. Het is een heel andere realiteit.

Daarom weet de Schepper dat je hier veel fouten zult maken. Daarom is veroordeling uit den boze. Het belangrijkste is dat je je ware Zelf vindt, dat je je doel en je missie hier vindt. Daar ligt alle nadruk op.

De Schepper geeft je Kennis om dit mogelijk te maken. Zonder Kennis zou je door de wereld worden overrompeld en overmand. Je zou geen onderscheidingsvermogen hebben en niet in staat zijn de waarheid te ontdekken. Je zou geen echt geweten hebben. Zonder Kennis zou je volledig slecht kunnen worden.

Maar de meeste mensen die vandaag in de wereld zijn beseffen niet dat zij Kennis bezitten. Het maakt geen deel uit van hun religieuze opvoeding. Hen wordt geleerd te geloven en gehoorzaam te zijn. Hun wordt geleerd te geloven in ideeën, in woorden, in boeken, in normen en in conventies. En ze worden bedreigd met vreselijke vergelding als ze dat niet doen. De Weg van Kennis wordt niet onderwezen. Een methode om Kennis terug te winnen is er niet. Dit is begrijpelijk bij een primitief ras, maar de mensheid verrijst nu uit zijn primitieve staat, hoewel veel van zijn gedrag nog steeds zeer primitief is.

Mensen moeten weten. Geloven is niet voldoende. Geloof is zwak en feilbaar en gemakkelijk te bepraten en te beïnvloeden. Dat is niet wat vandaag de dag in de wereld nodig is. De mensheid heeft geen beter geloof nodig. Zij heeft niets minder nodig dan Kennis zelf.

Maar toch zal dit een revolutie zijn in het religieuze denken. Voor mensen die voor hun stabiliteit en identiteit op hun ideologieën en instellingen hebben vertrouwd, zal dit idee een grote bedreiging vormen, aangezien zij niet geloven in de inherente goedheid van de mensheid of in de werkelijkheid en de betekenis van Kennis.

Dus de nadruk op hemel en hel, de nadruk op beloning en straf in het hiernamaals, de nadruk op goed en kwaad – dit alles vindt plaats in een omgeving waar geen nadruk wordt gelegd op Kennis en Kennis onbekend is. Dit schept een zeer moeilijke leefwereld voor de man of vrouw van Kennis om de weg te gaan die Kennis biedt. Zij moeten met deze krachten om kunnen gaan, niet alleen in hun omgeving, maar ook in zichzelf.

De religieuze vorming van sommige mensen is zo onbuigzaam en werd zo krachtig op hen overgebracht dat zij die niet lijken te kunnen ontgroeien. Het is zo’n zware last. Het drukt op hen. Zij voelen zich zo schuldig bij de poging hun loyaliteit te verschuiven van oude ideeën naar de levende realiteit in hen.

Uit deze dichotomie van goed en kwaad, hemel en hel, ontstaat een diepgaand onvermogen om een nieuwe ervaring te ontwaren. Dingen worden beoordeeld volgens een aantal overtuigingen die in essentie feitelijk irrelevant zijn voor de nieuwe ervaring zelf.

Bijvoorbeeld, de Grotere Gemeenschap is in de wereld. De mensen die zich hiervan bewust zijn, hebben de neiging deze begrippen van goed en kwaad hierop te projecteren. Zij zeggen, “Zijn zij goed? Zijn zij slecht? Zijn ze goddelijk? Zijn ze satanisch?” Zelfs ontwikkelde mensen die dit niet uitspreken, kunnen het eigenlijk voelen. Ze zijn bezorgd. Dit bijgeloof is zo diepgeworteld en maakt zo’n groot deel uit van de cultuur en de culturele identiteit, dat het soms heel lastig is te herkennen en te ontgroeien.

Zonder Kennis wordt godsdienst bijgeloof. Het wordt een overtuiging, en een overtuiging is gemakkelijk te controleren en te beïnvloeden. Zonder Kennis kunnen mensen van alles geloven, zelfs als dat in directe tegenspraak is met hun ervaring.

Mensen kan worden geleerd dat zij van nature slecht zijn en zich daarom moeten onderwerpen aan een strikte naleving van religieuze ideologieën. En toch wordt hiermee verraad gepleegd op een natuurlijke ervaring van zichzelf. Men kan hun leren dat zij lichamelijk slecht zijn, dat hun lichamen slecht zijn, dat lichamelijke ervaring slecht is, dat op de een of andere manier in leven zijn een groot ongeluk is en een vorm van straf op zichzelf. Maar dit staat in volledig contrast met de werkelijke ervaring van het leven zelf en is volledig in tegenspraak met de werkelijke aard van het doel en het bestaan van mensen in de wereld, wat inherent is aan het goede doen.

De Schepper heeft iedereen hierheen gezonden om goed te doen. Maar iedereen moet eerst door de wereld heengaan. Voor velen zal dit voldoende zijn om hun grote kans en hun grotere expressie te verloochenen.

Heldenverering is in het algemeen een ander inherent onderdeel van menselijke religies. In sommige tradities wordt dit meer benadrukt dan in andere. Mensen hebben behoefte aan een soort oppermens om in te geloven, iemand die groter is, iemand die geen menselijke feilbaarheid lijkt te vertonen, iemand die in een volmaakte staat verkeert.

Maar kan dit ook het geval zijn in de Grotere Gemeenschap? Kan in de Grotere Gemeenschap één individu het middel tot God zijn? Dat is alsof een bezoekend ras hier zou komen en tegen je zou zeggen: ” Nou, je kunt niet in de hemel komen tenzij je volledig gelooft en onze held volgt en gehoorzaamt,” die natuurlijk geen mens zou zijn.

Hoewel dit binnen een menselijke context zinvol kan zijn als inspiratie voor grotere werken en een hoger intelligentieniveau en bewustzijn bij mensen, gaat het binnen de Grotere Gemeenschap niet op.

In de Grotere Gemeenschap kunnen geen opperwezens bestaan. In het fysieke leven is er slechts sprake van wezens die of sterk of zwak zijn met Kennis. Daarnaast heb je te maken met de ontwikkeling van hun sociale systemen, hun technologie en hun ethiek.

Maar de cruciale factor is of zij sterk zijn in Kennis of niet, want zoals Wij in de wereld hebben gezien leidt een goede ethiek zonder Kennis tot slechte resultaten. Veel dingen die mensen beginnen, beginnen met een goede intentie maar eindigen niet op een positieve manier.

Daarom kan het idee van heldenverering in de Grotere Gemeenschap niet relevant zijn. Hoe groot Jezus ook is in de wereld, hoewel hij nog steeds grotendeels verkeerd begrepen wordt, is hij gezien vanuit de Grotere Gemeenschap een plaatselijke held.

Grote leraren werden gezonden naar alle intelligente leefgemeenschappen. Velen zijn echter hetzelfde lot beschoren als Jezus. In sommige gevallen vormden zij de basis voor religies, die nauwelijks hun ware aard en doel weerspiegelen.

In veel religieuze tradities in de wereld bestaat het idee dat iemand anders de bemiddelaar moet zijn tussen jou en de Schepper: een of ander Goddelijke persoon, iemand die een groot ambt bekleedt in een religieuze instelling. Als er echte wijsheid bestond in deze instellingen en ze in volledige goedheid zouden worden bestuurd, zou dit mogelijk en heilzaam zijn. Maar iedereen is feilbaar. Dus dit leidt tot groot onbegrip en groot misbruik en verduistering van het ambt.

In de Grotere Gemeenschap krijgt men veel meer verantwoordelijkheid. Deze verantwoordelijkheid vereist een zeer ontwikkelde vorm van eerlijk zijn tegenover jezelf, die in de wereld nog niet in hoge mate gecultiveerd is, want als mensen De Weg van Kennis leren, mogen ze alles wat ze werkelijk willen, alles waar ze aan gehecht zijn, alles waar ze naar hunkeren voor zichzelf benoemen als afkomstig van Kennis in hen.

Mensen zullen deze fouten maken. Zij zullen denken: “Ik wil wat ik wil en naar de hel met de rest!” Zij zullen het Kennis noemen of wat zij ook denken dat hen het voordeel zal geven om te krijgen wat zij willen.

Je ziet dus het probleem. Maar ondanks het grote potentieel voor vergissingen, moet De Weg van Kennis aan de mensheid onderwezen worden, want haar bijgeloof, haar gebrek aan visie, haar religieuze ideologie, verblindt [de mensheid] zo voor de grootschaligere omstandigheden die haar lot en haar toekomst vormgeven, dat er een grote inwijding in De Weg van Kennis moet komen. Dit zal de wereldgodsdiensten niet vervangen, maar zal ze een echte belofte geven en de mogelijkheid om binnen de context van een Grotere Gemeenschap van leven te bestaan en van betekenis te zijn.

Veel spirituele ideeën zijn zo diepgeworteld dat zij een ernstig probleem vormen voor de student van Kennis, zowel intern als in hun relaties. De grote heiligen in de geschiedenis van de mensheid hebben altijd buiten de heersende tradities van hun tijd gestaan. Zelfs als zij een sleutelrol speelden in het herstel van die tradities, zelfs als zij sleutelfiguren waren, volgden zij altijd een grotere autoriteit in zichzelf. Als gevolg daarvan leden zij vaak onder grote verdrukking en vervolging door de religieuze autoriteiten die zij moesten dienen.

In de wereld van vandaag zijn er veel gangbare bijgeloven. Zij komen niet voort uit Kennis. Het geloof dat God bij uitstek begaan is met het welzijn van [de mensheid] met uitsluiting van al het andere is een bijgeloof. Het idee dat als je een slecht mens bent, je voor eeuwig in de hel zult leven, is een bijgeloof. Het idee dat iedereen in één leraar moet geloven om de Hemel te vinden is een bijgeloof. Het geloof dat elke macht uit de hemel of elk bezoek van de sterren ofwel demonisch ofwel engelachtig moet zijn, is een bijgeloof.

Hoewel sommige hiervan ongelooflijk lijken en je zou denken, “Zelf geloof ik niet in deze dingen,” zul je bij nader onderzoek ontdekken dat ze deel uitmaken van je conditionering omdat ze zo overheersend zijn in menselijke samenlevingen. Zelfs ontwikkelde mensen die zulke opvattingen nooit in het openbaar zouden verkondigen, kunnen ze privé in zichzelf voelen.

Hoeveel mensen zijn niet bang om slecht te worden of om in de klauwen van een kwade macht te vallen? Dit brengt hen ertoe te twijfelen aan hun eigen diepere neigingen. Hoeveel mensen zouden op grond van de oude geschriften binnen een bepaalde traditie ervan overtuigd kunnen worden dat hun neiging om goed te doen in de wereld eigenlijk een slechte zaak zou zijn? In het verleden gaven koningen en koningshuizen zichzelf een Goddelijke benoeming en overtuigden genoeg mensen om daarin te geloven.

Er is hier nog een ander probleem. Behalve dat zij de mensheid in een kinderlijke toestand houden, in een toestand van onwetendheid en bijgeloof, maken bepaalde heersende religieuze ideeën de mensheid ook uiterst kwetsbaar voor manipulatie door diegenen uit de Grotere Gemeenschap.

De mensheid is de laatste halve eeuw intensief bestudeerd, niet alleen de menselijke fysiologie, maar ook de menselijke cultuur en de menselijke religie, de menselijke ideologie en de menselijke motivatie, de menselijke psychologie. Hoewel mensen zichzelf als wonderbaarlijk complex beschouwen, is dit in werkelijkheid niet zo. Als je jezelf van buitenaf zou kunnen bekijken en observeren, zou je zien dat je gedrag niet zo ingewikkeld is en zou je je eigen kwetsbaarheden zien.

Zoals Wij hebben gezegd in de voorbereiding op de Grotere Gemeenschap, zullen de regeringen en religieuze instellingen van de mensheid het voornaamste doelwit zijn van hen die trachten de mensheid te beïnvloeden voor hun eigen doeleinden. Beiden zijn kwetsbaar.

Regeringen streven naar macht. Religieuze instellingen streven naar macht. Maar religieuze instellingen verwerven hun macht door overreding, door het beïnvloeden van de mentale omgeving. Regeringen krijgen macht op andere manieren, maar ook zij moeten invloed uitoefenen. Politieke en religieuze instellingen worden daarom het meest invloedrijk in de wereld als het gaat om het beïnvloeden van menselijk gedrag, menselijke waarden, menselijke idealen en menselijke prioriteiten.

Het is verbazingwekkend, maar het manipuleren van menselijke religie creëert zo’n groot probleem. De mogendheden uit de Grotere Gemeenschap kunnen, zoals Wij hebben gezegd, een projectie creëren van een beeld van een heilige dat voor de mensen verschijnt. Hoewel het slechts een projectie in hun geest is, zullen zij denken dat het echt is. Als zij niet sterk zijn in Kennis en het onderscheid niet kunnen maken, geloven zij in wat zij zien.

Voor mogendheden uit de Grotere Gemeenschap is dit niet moeilijk te realiseren. Zij kunnen mensen laten denken dat hun aanwezigheid hier deel uitmaakt van een spirituele verjonging, of een spirituele drempel, of dat het een vervulling is van oude profetieën, of de wederkomst van Christus inhoudt. Dit soort projecties kan veel mensen motiveren om handelingen te verrichten die in strijd zijn met hun eigen aard en Kennis.

Precies die religieuze tradities die de mensheid juist zouden moeten bekrachtigen en verheffen, zijn in plaats daarvan een van de grootste handicaps van de mensheid geworden. Dit komt omdat Kennis nog niet sterk is binnen de menselijke familie. [Toch] is het potentieel voor Kennis groot; de mogelijkheid om De Weg van Kennis te leren is opmerkelijk, vooral vergeleken met andere samenlevingen in de Grotere Gemeenschap.

Mensen worden niet geoefend in natuurlijk weten, in natuurlijke goedheid, in natuurlijke neigingen. Hen wordt niet geleerd aanspraak te maken op de grote gave van Kennis die zij bezitten. Hun wordt geleerd gehoorzaam te zijn, te volgen, te dienen, zelfs als dergelijke activiteiten hun natuur en hun grotere instincten verraden.

Op dit punt zeg je misschien, “Nou, het klinkt alsof de mensheid echt slecht is!” Maar dat is niet het geval, want dit gebeurt in de hele Grotere Gemeenschap. Alle rassen die zich in isolement ontwikkelen hebben dit probleem. Zij denken dat zij het middelpunt van het universum zijn. Zij menen dat hun ideeën over goddelijkheid en schepping uitblinken en universeel zijn. Zij geloven dat hun waarden voor iedereen en alles moeten gelden.

Zoals Wij aan het begin van deze verhandeling hebben gezegd, is dit grotendeels het gevolg van leven in isolement. Contact met andere vormen van intelligentie, handel, verkeer en interacties met andere intelligente rassen zullen deze extreme standpunten temperen en een herbezinning vereisen op veel van de waarden en meest gekoesterde idealen van de samenleving.

Dit brengt ons bij een ander belangrijk punt om over na te denken. Veel mensen hopen en sommigen geloven vurig dat de Schepper hen zal redden, hen zal beschermen. Het leven kent een zekere kwetsbaarheid die zeer oprecht en zeer reëel is. Je voorouders baden voor een goede oogst, zodat ze konden overleven. Nu bidden mensen voor een goede afloop van hun inspanningen, een goed huwelijk, een oplossing voor hun gezondheidsproblemen, en zij doen een beroep op het Goddelijke.

Voor de mens is dit normaal en natuurlijk, maar het schept een groot probleem in het begrijpen van de aard en de activiteit van het Goddelijke in de wereld. De komst van de Grotere Gemeenschap zal deze verwachting, dit verlangen en deze vraag naar Goddelijke bescherming en tussenkomst stimuleren, maar die lijken er niet te zijn. “Waar is God om ons te beschermen? Waar is Jezus? Waar is de Boeddha? Waar is Mohammed om ons nu te leiden?”

Voor velen zal dit een spirituele crisis zijn. Hun hele opvatting over de superioriteit van de mensheid in Gods ogen zal worden verbrijzeld. Hun hele begrip van de kosmos en de aard van de Goddelijke activiteit in het leven zal zo door elkaar worden geschud en zo worden veranderd, dat dit voor velen te veel zal zijn.

Dit zal leiden tot een massale ontkenning van de aanwezigheid en de realiteit van de Grotere Gemeenschap. De mensen zullen deze nieuwe realiteit niet willen aanvaarden omdat zij er niet eens over kunnen nadenken en de implicaties ervan niet kunnen overzien. En toch maakt ze deel uit van hun leven. Ze maakt deel uit van hun scholing. Deze nieuwe realiteit is een noodzakelijke voorwaarde voor hun groei en ontwikkeling. Ze is het onvermijdelijke gevolg van de ontwikkeling als ras binnen een wereld. Want uiteindelijk moeten alle rassen in alle werelden in contact komen met de Grotere Gemeenschap die hun grotere context vertegenwoordigt. En in alle gevallen zullen hun eigen gekoesterde idealen, overtuigingen en veronderstellingen sterk op de proef worden gesteld. Want wie kan nou een universele benadering van het leven hebben zonder een directe ervaring van het universum?

De Schepper is actief betrokken bij het leven van ieder individu door Kennis in hen en door de activiteit van de Ongezienen. Maar er zijn niet veel Ongezienen, in tegenstelling tot wat mensen geloven. Mensen geven zichzelf vaak zelfvertrouwen door te zeggen: “Nou, ik heb de hele tijd al die engelen om me heen!” Maar zo is het niet.

Elke Ongeziene moet [toezien op] honderden individuen. De behoefte aan individuele verantwoordelijkheid, de ontwikkeling van Kennis en het ontstaan van echte motivatie in het individu zijn dus van cruciaal belang en zijn op dit moment veel harder nodig dan ooit tevoren.

Oude tradities vallen uiteen. Inheemse identiteiten en culturen worden geassimileerd door grotere groepen. Over de hele wereld smelten naties samen door de onderlinge economische afhankelijkheid en de aantasting van het milieu. Isolement is nu heel moeilijk te bereiken in de wereld. En het isolement van de wereld wordt nu door de aanwezigheid van de Grotere Gemeenschap weggevaagd.

Die gangbare ideeën hebben bepaalde voordelen gehad voor de mensheid, maar zij zijn elk nut dat zij in een ver verleden hebben gehad, ontgroeid. De mensheid moet mentaal sterker worden. Ze moet competenter worden, kritischer, capabeler. De motivatie om goed te doen, om een kracht voor het goede te zijn, moet nu in toenemende mate van individuen komen.

De wereld bevindt zich in een turbulente overgangsfase. Zij is bezig één gemeenschap te worden, niet omdat de mensen willen dat zij één gemeenschap wordt, maar omdat zij één gemeenschap moet worden om te overleven. Mensen weten dit, maar zij kunnen het idee niet eens intellectueel of emotioneel verdragen.

Er heerst een opvatting dat het leven je alleen zal geven wat je aankunt. Veel mensen denken dit momenteel. Het is een van de mythologieën van deze tijd. Maar in werkelijkheid zal het leven je geven wat het je moet geven, of je er nu klaar voor bent of niet, of je het aankunt of niet, of je het in je op kunt nemen of niet.

Het is niet langer toereikend om in grootse dingen te geloven. Jij moet groot worden, groter dan je nu bent, zo groot als je kunt. Het is niet meer voldoende om te geloven in je instellingen of hun idealen. Je moet dat vinden wat God in je heeft gelegd en het in je naar boven laten komen. Het is niet meer toereikend om te geloven in het werk van de grote heiligen die lang geleden in de wereld leefden, want jullie leven nu in een andere wereld, onder andere omstandigheden.

Er is geen enkeling die de mensheid uit de wildernis zal leiden. Geen enkeling zal de mensheid redden van de Grotere Gemeenschap. Wat er wel moet gebeuren is het cultiveren van menselijke verantwoordelijkheid, menselijke bekwaamheid en menselijke samenwerking.

Dit zijn allemaal de vruchten van Kennis. Dit zijn allemaal de gevolgen van de natuurlijke verantwoordelijkheid en wijsheid en bekwaamheid die de Schepper aan elke mens heeft gegeven. Dit zijn de dingen waarop nu de nadruk moet worden gelegd.

De wereld komt op in de Grotere Gemeenschap. Een grote roeping is in de wereld. Het is een roep om Kennis. Het is het begin van een nieuw tijdperk, een moeilijk tijdperk, een groots tijdperk. De mensheid zal alleen slagen als zij de vermogens kan cultiveren die Wij hier beschrijven. Dit is haar kans en de tijd is nu gekomen.