Hemel en Hel

Luister naar de origineel gesproken openbaring in de Engelse taal:

Download (rechtsklik om te downloaden)

Hemel en HelZoals geopenbaard aan Gods Boodschapper
Marshall Vian Summers
op 29 januari 2008
te Boulder, CO, Verenigde Staten

Over deze opname


Wat je in deze audioopname hoort is de stem van de Engelenschare die door de Boodschapper Marshall Vian Summers spreekt.
 
Hier wordt de orginele communicatie van God, die zich voorbij woorden bevindt, in menselijke taal en begripsvermogen vertaald door de Engelenschare die over de wereld waakt. De Schare spreekt Gods Boodschap vervolgens uit via de Boodschapper.
 
In dit opmerkelijke proces, spreekt de Stem van Openbaring opnieuw. Het Woord en het Geluid zijn in de wereld. Voor het eerst in de geschiedenis is het voor jou en voor de wereld mogelijk gemaakt om de opname van de oorspronkelijk gesproken openbaring te ervaren.
 
Moge jij de ontvanger zijn van dit geschenk van de Openbaring en moge jij open staan om deze unieke Boodschap voor jou en voor jouw leven te ontvangen.


Noot voor de lezer:
Deze vertaling werd voor de Society verzorgd door een student van de Nieuwe Boodschap die aangeboden heeft om de originele Engelse tekst te vertalen. Wij stellen deze vertaling in haar vroege vorm beschikbaar voor de wereld om mensen de mogelijkheid te geven in hun eigen taal kennis te maken met een deel van de Nieuwe Boodschap.

Het is een veel voorkomend thema in het begrip van spiritualiteit en religie dat er een hogere waarheid is, een groter rijk, en dat er een lager rijk is, een rijk van pijn en lijden. Want zijn in de fysieke realiteit betekent deze pijn en dit lijden te ervaren en haar verschijningsvormen overal om je heen te zien. Maar de herinnering aan je Aloude Thuis, de realiteit van een groter en completer bestaan, wordt nog steeds beleefd, zij het gedurende vluchtige momenten.

Er is dus deze tweedeling. Deze twee realiteiten lijken naast elkaar te bestaan binnen het individu, binnenin jou. Er is duidelijk bewijs van lijden. Er is duidelijk nadruk op afscheiding en je uniekheid, op hoe je je onderscheidt van anderen en op hoe je geïsoleerd raakt in het leven.

Maar er is ook deze terugkerende ervaring of begrip of herinnering dat er een groter leven is binnenin jou en buiten jou. Het feit dat dit bestaat binnenin jou is niet slechts een vorm van hoop, het is niet gewoon maar een droom of een fantasie; het is meer iets als een herinnering. Het is een rode draad van realiteit die gedurende je leven in het fysieke universum bestaat – een rode draad die vermeden en vergeten kan worden, maar niet vernietigd.

De herinnering eraan zal misschien slechts vluchtig bij je opkomen, in tijden van grote nood, in tijden van grote troost, op momenten dat je buiten je gewone doen bent. Er is een gevoel dat je hier voor een doel bent, dat dit leven niet je uiteindelijke realiteit is, dat je op doorreis bent, dat je op reis bent, dat je een uitstapje naar de fysieke realiteit hebt gemaakt om iets te bereiken, iets dat je nog niet ontdekt hebt.

In conceptuele vorm, en in een extreme conceptuele vorm, begint hiermee het idee van de Hemel en de Hel. Hemel en Hel zijn een soort gebruik, of een manipulatie, van dit diepere bewustzijn, het bewustzijn van je lijden en het bewustzijn dat je ergens, op de een of andere manier, verbonden bent met een groter leven.

Het idee van de Hemel dat in de wereld is gecreëerd is een natuurlijk product van dit bewustzijn, maar het heeft een aantal extreme en een vertekende vormen aangenomen. In veel religieuze leringen is de Hemel een soort beloning voor als je het goed hebt gedaan in je leven, voor je geloof in God, voor het opvolgen van Gods richtlijnen en de richtlijnen van de religie – een soort toekomstige beloning, een beter leven dat op je wacht, maar een leven dat alleen bereikt kan worden door te voldoen aan bepaalde verwachtingen en eisen.

De Hel is gecreëerd als plaats van straf. Zij die niet voldoen aan deze eisen en verwachtingen gaan naar een veel slechtere plek, een plek nog slechter dan hun fysieke bestaan – een Hel die in sommige tradities tot in detail beschreven is.

De Hemel is dus de beloning en de Hel is een straf. En toch wordt God vaak afgeschilderd als alom genadig en alom liefhebbend. Dus hoe kan er dan dit idee van God zijn als God alom genadig en alom liefhebbend is? En waarom zou God zo boos zijn op mensen als God precies weet wat ze gaan doen en als God begrijpt dat zij in een realiteit zijn waar fouten zo gangbaar zijn en de verleidingen van fouten zo groot zijn, dat er maar zeer weinig mensen zijn die deze ooit zouden kunnen overwinnen?

Deze [tegenstrijdigheid] heeft natuurlijk geleid tot een verwerping van religie en voor sommigen een totale verwerping van God. Maar ze kunnen niet ontkennen dat ze een spirituele realiteit binnenin zich hebben, iets dat niet het product lijkt te zijn van hun cultuur of zelfs maar van hun fysieke bestaan.

De Hemel is afgeschilderd als een fysieke plaats waar je de hele tijd gelukkig bent, waar geen pijn is, geen dood en geen lijden, maar [waar] je nog steeds in een soort fysieke vorm verkeert. Als je erover nadenkt, voor eeuwig in de fysieke vorm te zijn, met geen contrasten in je leven, met eigenlijk niets dat je kunt doen met dit lichaam dat je nog steeds hebt in deze gefantaseerde Hemel, dan wordt de Hemel uiterst saai en vervelend. Je kunt natuurlijk niet eeuwig “Gloria Halleluja” zingen zonder het beu te worden.

De Hemel lijkt hier, hoewel ze een grote verademing lijkt na de moeilijkheden van je huidige bestaan, geen echte blijvende verlichting te bieden. Gezien je huidige staat van bewustzijn, gegeven je vereenzelviging met je lichaam en je slaafse reactie op de behoeftes en de verlangens die geassocieerd zijn met het lichaam, hoe zou de Hemel er echt uitzien als je je nog steeds in een fysieke toestand bevond?

Iedereen zal het beu worden God te loven, en God hoeft trouwens helemaal niet geprezen te worden, dus het hele idee wordt na een tijdje nogal dwaas. Als je in de Hemel bent en je hebt nog steeds een lichaam, dan is het lichaam nog steeds een probleem – je moet het voeden, het onderdak geven, het comfortabel houden. Dan is er nog de behoefte aan verandering en het verlangen naar dingen. De Hemel kan beslist geen groot winkelfeestje zijn. Ze kan geen plek zijn van voortdurend zintuiglijk genot zonder de soort onzekerheid en innerlijke onvrede te creëren die zulke ervaringen voor mensen zelfs hier [op aarde] creëren.

Er zijn dus al deze ideeën over de Hemel als een fysieke plek waar je een soort pijnloos fysiek bestaan hebt, en vervolgens heb je natuurlijk een Hel die een soort van straf is, voor als je het niet als je niet geslaagd bent, als je niet het doel bereikt hebt of als je naar Gods inschatting geen brave jongen of zoet meisje bent geweest.

Natuurlijk kijken sommige mensen naar dit alles en denken ze dat het waanzin is en wijzen ze religie helemaal af, terwijl ze toch nog steeds vasthouden aan een soort idee dat zij een of andere connectie hebben met een groter leven of dat ze een spirituele realiteit hebben die niet louter een functie is van hun psychologie of fysieke behoeftes in de wereld.

Hier wordt God iets wat je moet behagen, en als je elkaar moet behagen, roept dat wrevel en weerstand op, waardoor fouten en persoonlijke verwennerij, zelfs een destructieve persoonlijke verwennerij, een soort van aantrekkingskracht hebben. Deze aantrekkingskracht wordt dan geassocieerd met een of andere demonische figuur die je altijd weg trekt van God.

Dit komt vaak voor in veel wereldgodsdiensten – dat er liefdevolle geesten zijn en kwade geesten en dat er een soort oorlogsgetouwtrek gaande is tussen de aantrekkingskracht van de Hemel en de aantrekkingskrachten van de Hel. Dit wordt duidelijk bevestigd in de ervaring van mensen want er is een soort oorlogsgetouwtrek binnenin hen aanwezig.

De Nieuwe Boodschap van God die de wereld in is gezonden brengt hier helderheid als je zoekt naar een oplossing. Want de projectie van de Hemel en de projectie van de Hel zijn allemaal afkomstig uit je huidige bestaan, terwijl de realiteit van de Hemel en de schijnbare realiteit van de Hel zeker buiten jouw huidige ervaring vallen. Dus hoe kun je jouw ideeën over wat deze dingen in werkelijkheid zijn projecteren vanuit jouw huidige positie? Ze zijn alleen maar denkbeeldig.

Je stelt je voor dat de Hemel aan jouw huidige behoeftes en verwachtingen beantwoordt, en je vreest de Hel en je stelt je de Hel voor als een soort diepere val uit de genade, een ergere toestand. En uiteraard worden deze denkbeeldige Hemelen en denkbeeldige Hellen gebruikt door instituties en tradities in een poging om mensen tot goed gedrag te brengen, om zelfs te inspireren tot goede werken, goed burgerschap of het vasthouden aan de religieuze principes of de religieuze organisatie zelf.

Het is duidelijk dat de echte Hemel, en er is een echte Hemel, absoluut boven jouw inschattingsvermogen uitstijgt. En het gaat zeker verder dan wat jouw verbeelding je kan onthullen. Het is een compleet andere toestand. En als er een Hel zou zijn die erger is dan jouw huidige toestand, dan zou ook dat zeker boven jouw inschattingsvermogen uitstijgen. Het maakt niet uit hoezeer jij jouw angsten op de Hel projecteert en jouw wensen op de Hemel, deze twee realiteiten gaan jouw huidige bestaan te boven, en je kunt je er geen voorstelling van maken. En ook kunnen jullie religieuze instituties geen accuraat beeld geven van wat ze werkelijk zijn, want ook zij functioneren vanuit je huidige realiteit, die noch Hemel noch Hel is.

De Nieuwe Boodschap van God brengt dus duidelijkheid, maar de duidelijkheid moet begrepen worden in termen van bestaan op verschillende niveaus. Als je aan de voet van de berg bent, kun je je niet echt voorstellen hoe het is om op de top te staan tenzij je veel tijd op zeer grote hoogte hebt doorgebracht. En als je alleen maar hoog in de bergen gewoond hebt, hoe kun je je dan voorstellen hoe het is om een volkomen ander bestaan te leiden, beneden aan de kust, beneden in het laagland?

De Nieuwe Boodschap onthult dat je de wereld ingestuurd bent om een wereld in nood te dienen, dat je van een volkomen andere realiteit bent gekomen van waar wie je bent gekend wordt, waar je volledig verbonden bent, waar weinig vragen zijn en het antwoord altijd aanwezig, naar een realiteit waar er eindeloze vragen zijn en heel weinig antwoorden, waar je alleen bent en onbekend voor anderen en zelfs voor jezelf.

Je hebt vorm moeten aannemen, en nu moet je zorgen voor een lichaam dat ontzaglijke behoeftes heeft – een zeer fragiel instrument dat geschonden, beschadigd of vernietigd kan worden door vele dingen. Het moet gevoed worden; het moet gekleed worden; het moet beschermd worden. Het is onderhevig aan ziekte en verval. Het is nu iets dat een ontzaglijke hoeveelheid zorg en aandacht vereist. En het lijkt je een identiteit te geven in de wereld, een unieke identiteit zodat jouw identiteit nu uitgelegd wordt in termen van jouw fysieke kenmerken, de kleur van je huid, en buiten dit om de bijzonderheden van jouw individuele persoonlijkheid en het bewustzijn dat je ontwikkeld hebt, dat grotendeels geconditioneerd is door jouw familie, je cultuur en je religie.

Hier word je iets volkomen anders dan wat je daarvoor was. Je wordt een individu dat nu geïdentificeerd wordt met een eigen lichaam en met eigen ideeën en met de ideeën van cultuur en de gewoontes van de eigen cultuur. En je cultuur vertelt je wie je bent en wat je moet doen en hoe je je moet gedragen en wat er van je verwacht wordt en wat je misschien kunt doen om te voldoen aan de behoeftes van je lichaam om te overleven, om comfortabel te zijn, om aan je behoeftes te voldoen. En natuurlijk zijn er zeer unieke en verschillende politieke situaties en sociale gewoontes waar je je aan moet aanpassen.

En zo neemt je leven je helemaal in beslag. Iedere minuut van de dag ben je bezig met aanpassing, of de zoektocht naar middelen, of met de poging om met anderen om te gaan die beheerst worden door hun eigen drijfveren, die jou niet kennen en die onbekend zijn voor jou. En vanuit deze situatie probeer je je de Hemel voor te stellen, die alleen maar een betere versie is van wat je nu ervaart.

Maar God heeft Kennis binnenin jou gelegd, een diepere geest – niet een geest die vragen stelt, speculeert, contrasteert en veroordeelt, maar een geest die zeker is, een geest die weet, een geest die weet waarom je in de wereld gekomen bent, een geest die niet misleid wordt door alle verschrikkingen en verleidingen van jouw fysieke bestaan, een geest die vrij is van jouw gemanipuleer, een geest die je bij je draagt als een geheime lading binnenin jou, een verborgen schat, een schat die helemaal op de bodem in het ruim van het schip ligt waarmee jij de wereld probeert te zeilen.

En de herinnering aan jouw Aloude Thuis, hoewel schijnbaar vervaagd door je huidige ervaring, is er niettemin. Ze schijnt als de zon achter de wolken. En hoewel je in een zeer bewolkte wereld leeft waar deze zon nauwelijks doorheen lijkt te schijnen, is hij er niettemin.

Je kunt jezelf identificeren met elke groep of politieke beweging of religieuze organisatie. Je kunt je zelf op verschillende manieren zien. Er is een groot aantal karakteriseringen om uit te kiezen. Je kunt jezelf identificeren met je gedachten, je emoties, je neigingen, je verslavingen, je passies, je voorkeuren, je afkeren – alles wat je uniek lijkt te maken – datgene waardoor je lijdt, datgene waarnaar je verlangt. En toch is er deze rode draad van waarheid binnenin je die niet verloren kan gaan. Hij kan ontkend en vergeten worden, maar hij is er nog steeds.

Er is een reddingslijn naar je Aloude Thuis. Die wordt in leven gehouden door Kennis binnenin je. Je kunt religie ontkennen. Je kunt God ontkennen. Je kunt beweren dat je slechts een dier bent. Je kunt een zeer sterke overtuiging creëren in deze zaken. Maar Kennis is nog steeds binnenin jou.

Je kunt het bestaan van Kennis ontkennen. Je kunt zeggen dat het allemaal biochemie is. Je kunt zeggen dat het allemaal hoop en dromen zijn van een lijdend dier dat zich bewust is van zijn eigen sterfelijkheid en zijn eigen lijden. Je kunt elk argument bedenken dat je wilt en grote bijval claimen van anderen die hetzelfde denken. Maar je kunt Kennis niet vernietigen.

Ze zal gewoon stil blijven binnenin je totdat je bij zinnen komt, totdat je een of andere ervaring hebt waarbij jij je begint te realiseren dat je meer bent dan vlees en bloed, dat je groter bent dan je psychologie en wat voor gedachtenstroom je ook bezig houdt op dit moment.

En hoewel je misschien geen enkele notie hebt van de Hemel, weet je dat je verbonden bent met iets groters voorbij het fysieke rijk, voorbij je visuele bereik. Voorbij alle dingen die jouw huidige bewustzijn en huidig bestaan domineren is er daar voorbij iets groters.

En je hoeft niet religieus te zijn om deze ervaring te hebben. Je hoeft niet eens een religie te hebben. Je kunt beweren dat je een atheïst bent, en toch is de Kennis die God binnenin jou heeft gelegd nog steeds daar, in afwachting van haar ontdekking. En haar aanwezigheid is iets dat je niet volledig kunt afschudden of ontkennen. Ze is als een constante rode draad in je leven.

Je houdt van jezelf, je haat jezelf. Je gaat hiernaartoe, je gaat daarnaartoe. Je hebt dan weer met die, dan weer met die een relatie. Je verandert je omstandigheden; je verandert je filosofie. Maar er is iets in je dat niet verandert. Het is er. Het is net als je hart dat blijft kloppen ongeacht wat je aan het doen bent, ongeacht wat je denkt, ongeacht wat je gelooft; je hart slaat nog steeds. Het is net zoiets behalve dat Kennis niet ophoudt aan het einde van het leven.

En wat betreft de Hel: je leeft in een soort Hel, de Hel van Afscheiding. Je wordt niet de wereld ingestuurd als een soort straf. Het is geen strafkolonie. Het is geen plek waar mensen heen gestuurd worden omdat ze zich slecht gedroegen in de Hemel. “Wel, je hebt je slecht gedragen in de Hemel, en nu moet je naar de Aarde of naar een andere wereld in de Grotere Gemeenschap van werelden.”Je hebt ervoor gekozen om naar deze realiteit te komen omdat een deel van de Schepping bestaat binnen de fysieke realiteit, en je verlangt ernaar om hier te komen om een bijdrage te leveren en ook om jezelf te verlossen van wat je ook maar gedacht of gedaan hebt dat vreemd, anders of destructief is voor jouw aard.

Er is dus de perfecte Kennis dat je hier naartoe moet komen en je Spirituele Familie, je leergroep die God samengesteld heeft om je te helpen, die je hiernaartoe brengt. Je komt de wereld binnen. Je gaat door een toestand van geheugenverlies heen. Je komt de wereld in met open zintuigen, beïnvloedbaar, wachtend om jouw cultuur en omstandigheden door je familie ingeprent te krijgen.

Je moet deze toestand van geheugenverlies hebben want als je je Aloude Thuis herinnerde zou je hier simpelweg niet willen zijn. Je zou je willen omdraaien en onmiddellijk terug willen gaan. Toen je het heldere licht en de kilte van de wereld binnenkwam, had je gewoon willen omkeren en terug willen gaan. Dus het geheugenverlies is noodzakelijk om je in staat te stellen hier te zijn, om jou een prikkel te geven om hier te zijn, om je een kans te geven om hier te zijn. Anders zou je van een plek van volledige veiligheid en volledige relaties gaan naar een plek van volledige onzekerheid en een plek waar relaties erg moeilijk tot stand te brengen en te onderhouden zijn. Je komt van een plek waar je geen fysiek lichaam hebt, tenminste niet in de vaste vorm die je nu ervaart, naar een plek waar je zorg moet dragen voor dit fysieke voertuig met al zijn vele behoeftes en problemen.

Je gaat dus door een toestand van geheugenverlies heen. Je komt de wereld in. Hier ben je dan. En je identiteit begint zich vanaf dag één te vormen. Je krijgt een naam. Men identificeert je lichaam met bepaalde kenmerken, die ofwel wenselijk ofwel onwenselijk zijn voor anderen. Je krijgt rollen en taken binnen je familie. Je wordt opgeleid in jullie scholen. Als het in je cultuur draait om religie, krijg je de leer van de religie. En tegen de tijd dat je een jongvolwassene bent, nou, dan ben je volledig geconditioneerd om te passen bij alles wat je cultuur van je verwacht.

Maar uiteraard passen mensen er niet in, en hun ware aard kan niet worden benut. Zij kan niet volledig herschapen worden. En dus is er een wild deel van jou – een deel dat buiten de voorschriften van de familie, de cultuur en de religie valt; een deel waar mensen bang voor zijn en waar ze vaak op destructieve wijze proberen aan toe te geven. Dat komt omdat jouw ware aard niet volledig aangepast kan worden aan je huidige eisen en verwachtingen. En dat is omdat Kennis binnenin je leeft, want Kennis is je ware aard, een aard die geschapen is door God, een aard die deel uitmaakt van God, die verbonden is met God, die ontvankelijk is voor God.

Je kunt kiezen of je religieus of spiritueel geörienteerd wilt zijn in de wereld, maar je kunt de ware aard die binnenin jou bestaat niet kiezen. Je kunt ervoor kiezen om haar wel of niet te ervaren, maar je kunt er niet voor kiezen of zij wel of niet bestaat.

Het is zo fijn voor jou dat dit waar is. Als je jezelf echt kon afscheiden van God, nou, dan zouden Hel en tragedie voor altijd echt zijn. Maar je kunt jezelf uiteindelijk niet afscheiden van God. En dus moet de Hel tijdelijk zijn. Wat voor verschijningsvormen de Hel ook aanneemt binnen jouw fysieke omgeving en buiten je fysieke omgeving, het is dus maar tijdelijk.

Als je denkt dat je in de Hel bent omdat God boos op je is, nou ja, dat is allemaal onzin. Waarom zou God boos zijn op jou als God weet welke fouten jij gaat maken? Als God je zo’n ingewikkelde situatie ingestuurd heeft, dan is de kans dat je ernstige fouten maakt onvermijdelijk en overweldigend in een omgeving waar echte zuiverheid zo zeldzaam is dat ze buiten het bereik en de verwachting van anderen ligt.

Je kunt beweren dat God door middel van genade alle fouten kan oplossen van hen die God uitkiest. Maar dit is niet logisch want jij moet kiezen. Jij moet deze reis maken. Jij moet hier jouw lotsbestemming vervullen.

Je had in de Hemel kunnen blijven en zeggen: “Eh, ik ga gewoon de fysieke realiteit niet in. Dat is veel te moeilijk. Ik heb er verschrikkelijke dingen over gehoord van hen die teruggekomen zijn.” Maar in je hart weet je dat je wilt komen om je ware aard hier uit te breiden. Het is natuurlijk om dat te doen. God heeft jou tot een gever gemaakt. Als je niet geeft, als je jezelf niet uitbreidt, als je niet communiceert, als je je niet verbindt, nou, dan voel je je ellendig, en dit is natuurlijk waar van meet af aan de Afscheiding mee begon en de Hel en alle manifestaties ervan en ingebeelde vormen.

Natuurlijk proberen mensen zich God voor te stellen als een projectie van zichzelf, alleen beter en machtiger, maar nog steeds geneigd tot woede en wrok en wraak; nog steeds zwak zoals zijzelf; nog steeds kleingeestig zoals zijzelf; nog steeds egocentrisch net als zijzelf. Ze kunnen zich geen God voorstellen die deze dingen niet heeft.

En zij willen dat hun denkbeeldige God anderen straft die zijzelf niet kunnen verdragen, die volgens hen onjuist behandeld of beloond wordt in de wereld. “Nou, God zal wel voor hen zorgen. Ze zullen naar de Hel gestuurd worden.” Ze kunnen zich geen God voorstellen die mensen niet naar de Hel stuurt. Het is voor hen moeilijk in te zien dat zijzelf in de Hel zitten door anderen een nog diepere Hel in te willen sturen.

Waar zou religie zijn in de wereld van vandaag zonder een idee van Hel, een plek van bestraffing? Wat zou mensen tot goed gedrag motiveren? Wat zou sociale orde creëren? Wat zou hogere ethiek tot stand brengen als er niet een vorm van bestraffing was, en dat de bron van deze straf zou moeten komen van een of andere God?

Het lijkt of mensen het zwaard boven hun hoofd nodig hebben om zich correct te gedragen omdat zij niet verbonden zijn met Kennis, die hen op natuurlijke wijze zou leiden om op constructieve wijze te denken en te handelen. Zonder Kennis hebben ze een soort bovenbaas nodig om hen te dreigen en te dwingen tot goed gedrag. En ze hebben beloningen nodig voor hun goede gedrag, beloningen in deze wereld en beloningen ná deze wereld.

De Hel nu, neemt voorbij jullie huidige bestaan zeer wrede vormen aan – vurige kuilen en demonen, marteling en kwellingen en al dit soort dingen. En er zijn absoluut slechtere en gecomprimeerdere vormen van Afscheiding dan wat jullie op dit moment ervaren. En er zijn inderdaad wezens om jullie heen die in diepere Helletoestanden verkeren dan jullie.

En zelfs voorbij het fysieke zijn er diepere Helletoestanden. Dat zijn toestanden als iemand zijn fysieke voertuig verlaat, [maar] niet terug kan keren naar zijn of haar Spirituele Familie omdat zij zich te diep schamen; zij zijn te vijandig; ze liggen te veel overhoop met zichzelf.

Sommige van deze wezens zonder lichaam zijn nog steeds verbonden met de fysieke realiteit, spoken rond op sommige plekken, zitten vast, zijn vastgebonden. Door wrok en schaamte en gehechtheid kunnen zij kennelijk deze plek niet loslaten, ook al zijn ze hun fysieke voertuig kwijtgeraakt. Ze zitten vast in een soort limbo. Maar zelfs dit is tijdelijk, want uiteindelijk zal Kennis hen allemaal bevrijden, en zullen ze een manier vinden om hun weg uit hun netelige positie te vinden.

Dan zijn er Hellen met mensen die zich in een toestand van zodanige zelfveroordeling bevinden dat ze bevroren zijn in een soort diepere realiteit. Maar zelfs deze realiteit is tijdelijk, want uiteindelijk zal iedereen terugkeren naar God.

Maar op termijn is dit tragisch, want lijden is tragisch. En lijden dat volgehouden wordt is werkelijk tragisch. Maar het is tijdelijk. Uiteindelijk zal de Afscheiding ophouden, Kennis zal opkomen, en de persoon zal beginnen aan een pad van terugwinning onder begeleiding van Kennis, met de leiding en de hulp die God beschikbaar zal stellen.

Er zijn natuurlijk mensen die het hier niet mee eens zijn omdat ze zullen beweren dat er een Hel móét zijn en dat er straf moet zijn en dat er rechtvaardigheid moet zijn. Zij denken te weten wat rechtvaardigheid is. Zij zijn de scheidsrechters van het recht. Het is hun idee van rechtvaardigheid waarvan zij denken dat God het moet volgen. “De boosdoeners moeten gestraft worden. De onrechtvaardigen moet de Hemel ontzegd worden. Zij die verschrikkelijke daden hebben begaan of die in verschrikkelijke dingen geloven moeten gestraft worden,” denken zij, en dus willen ze dat God voor hen de straf uitvoert.

Dit geeft hun conflictueuze toestand weer. Dit geeft hun eigen toestand van Afscheiding weer. Verloren in de fysieke realiteit verbeelden ze zich nu wat God is en wat God zal doen en wat God doet met de boosdoeners en de ongelovigen. En dus zijn zij zelf deel van het probleem, zie je. Maar God heeft Kennis ook binnenin hen gelegd, en Kennis wordt niet misleid door deze overtuigingen en deze verwachtingen, deze eisen en deze terechtwijzingen.

Jouw terugkeer naar God gaat misschien het menselijk begrip te boven, maar het Plan van God maakt het onvermijdelijk. En God heeft Kennis binnenin jou en in ieder ander gelegd om de terugkeer onvermijdelijk te maken. Dus de focus van jouw leven ligt nu dus niet op het doorgaan met het versterken van geloof in Hemelen en Hellen. Het ligt niet op het op God projecteren van de rol van de grote bestraffer, de rechter die sommigen naar de gevangenis stuurt en anderen vrijpleit. Dat is wat jij doet, maar het is niet wat God doet.

God heeft je een moeilijke situatie ingestuurd en heeft Kennis binnenin jou gelegd om je in staat te stellen die situatie te dienen en om je een weg terug te geven. Het is als het binnengaan van een diepe grot waar het daglicht compleet achter je wordt gelaten, en je bevindt je ergens in dit labyrinth, en je bent daar naar beneden gestuurd om anderen te helpen die verdwaald zijn in het labyrinth, en jij zelf lijkt verdwaald te zijn in het labyrinth, behalve dat God een klein touwtje aan je vast heeft gemaakt – een oneindig soort touwtje dat ongeacht hoeveel bochten je ook neemt, ongeacht hoe diep je het labyrinth in gaat, ongeacht hoezeer je het daglicht vergeet, er wel nog steeds een reddingslijn aan jou vast zit. Je bent misschien verdwaald, maar voor God ben je niet verdwaald.

Het accent ligt nu dus op het bouwen aan je relatie met Kennis. Het ligt op het leggen van een verbinding met Kennis, die jouw spirituele en eeuwige aard is. Als je dingen doet die verkeerd zijn, nou, dan is dat omdat je je aard geweld aan doet. En daarom voel je je slecht, en daarom voel je je ongemakkelijk. En hoe meer jij je aard geweld aan doet, des te meer lijkt zij zich binnenin jou terug te trekken, en raak je uit relatie met jouw aard.

Net zoals het het geval is met je relaties met anderen: als je te lang uit de relatie bent is er een soort benaderingsvermijding. Je bent nu bang je opnieuw te verbinden. Het is moeilijk. Het is beschamend. Je ontwikkelt weerstand tegen relaties, en dit wordt versterkt door alle soorten van ideeën over jezelf en andere mensen, maar het is een soort weerstand die voortkomt uit de Afscheiding.

Dit gebeurt zelfs met je ware aard. Je bouwt weerstand op tegen de ervaring ervan. Je sluit je ogen voor een paar minuten en je voelt de weerstand. Je wilt er weer uit getrokken worden, de wereld in. Je wilt niet onder ogen zien wat er binnenin jou is. Misschien denk je dat het allemaal hels en verschrikkelijk is, maar het is echt jouw ware aard die onder de turbulente oppervlakte van je geest verblijft. En nu is er weerstand; je vermijdt het. En de Hel waarin je leeft is nog steeds aantrekkelijk, en je hebt je ermee geïdentificeerd, dus je ervan afkeren is je afkeren van de aantrekkelijkheden ervan en je identificatie ermee. En er is weerstand. Er is angst. Er is onbehagen.

Je moet je opnieuw verbinden met Kennis, zie je. Je plannen en doelstellingen, of ze je nu tijdelijke pleziertjes of tijdelijke rijkdom of een tijdelijk gevoel van succes brengen, ze voldoen niet aan de diepere behoefte van je ziel. Ze spreken niet over het hogere doel dat je hier heeft gebracht. Ze lossen jouw fundamentele conflict over wie en wat je bent niet op.

Door alle wereldreligies heen heeft God wegen aangelegd om terug te keren naar Kennis, maar deze wegen zijn verduisterd geraakt door wat religie is geworden en hoe religie wordt gebruikt. Alleen in de Nieuwe Boodschap wordt de weg opnieuw gelegd zonder het gewicht van de geschiedenis, zonder de invloed van de cultuur, zonder de ingreep van menselijke psychologie. De weg is duidelijk. Er is een weg die naar de uitgang van het labyrinth leidt.

Je houdt van dit labyrinth en je vindt het tegelijkertijd afschuwelijk. Het intrigeert je, maar het lokt je in zijn val en houd je gevangen. Maar je kunt er niet direct aan ontsnappen want je bent hier om een paar dingen aan de wereld te geven, om je te verbinden met bepaalde mensen voor een bepaald doel dat alleen Kennis kent. Om je bestemming hier te vervullen moeten deze geschenken naar je beste vermogen gegeven worden. Ze zullen worden bepaald door de omstandigheden met betrekking tot hoe, wanneer en waar ze gegeven kunnen worden, maar ze moeten gegeven worden, zie je.

Anders keer je terug naar je Spirituele Familie met je onuitgepakte geschenken, je niet geleverde bijdrage, en dan zul je gewoon weer terug willen komen omdat dat je verlangen en je bestemming is, zie je. Je wilt terugkomen, en je zult zeggen: “Goed. Deze keer zal ik jullie niet vergeten. Ik zal Kennis niet vergeten. Ik zal jullie allemaal die me de wereld in sturen niet vergeten. Ik zal God niet vergeten.” Maar dan treed je de wereld binnen en vergeet je het.

De vraag wordt daarom: “Zul je je het herinneren?” En de enige manier waarop je je het kunt herinneren is door je denkgeest opnieuw te verbinden met de diepere geest binnenin je. Geloven in heiligen en avatars, geloven in redders, geloven in wat de menselijke godsdienst bepaalt, dat alleen is niet voldoende. Deze dingen zijn misschien wel behulpzaam, maar alleen als je ze verbindt met Kennis.

Er is dus grote duidelijkheid hier. De nadruk is helder. Maar de weg is nog steeds mysterieus, want je weet niet wat Kennis is, of wat Kennis je aanstuurt om te doen, of hoe zij zichzelf zal uiten, of dat zij je buiten je huidige parameters van cultuur en religie zal meenemen. Je kunt geen controle op haar uitoefenen. Je kunt haar niet gebruiken. Je kunt haar niet manipuleren. Je kunt je alleen opnieuw met haar verbinden en haar volgen.

En natuurlijk, er is zoveel angst voor wat mensen zouden kunnen doen als ze geleid worden door iets binnenin henzelf, dat het anderen die het contact met Kennis binnenin henzelf verloren hebben onmogelijk of waanzinnig lijkt. Ze zullen er bang voor zijn. Ze zullen denken dat het tot chaos leidt. Ze denken dat het zal leiden tot de ergste vormen van menselijke toegeeflijkheid, menselijke dwaling, menselijke dwaasheid en menselijke destructie. En ze denken deze dingen omdat ze het vergeten zijn. Ze zijn zich er niet bewust van dat Kennis binnenin hen is en dat God een groter Plan heeft dan de plannen die zij voor zichzelf hebben.

Dus dit vraagt vertrouwen, vooral in het begin, en in tijden van grote twijfel aan jezelf, en in tijden van grote besluitvaardigheid waar je een weg moet kiezen die je niet voor jezelf bedacht hebt, het vraagt vertrouwen, ja. Maar met elke stap die je richting Kennis neemt wordt zij sterker in jouw ervaring. Je geweten wordt sterker. Je gevoel voor wat echt goed is wordt sterker.

Dit geweten wordt niet bepaald door religie en cultuur. Het is vastgesteld door God. Als je je aard geweld aandoet voelt het of je iets verkeerds hebt gedaan, en daar kun je niet aan ontsnappen. Als je iets doet wat jouw ware aard bevestigt voel je je goed. Je voelt je geïnspireerd. Het geeft je een gevoel van vernieuwing. Het is net zoiets als warm of koud worden in jezelf. Je doet iets verkeerds, je voelt je koud.  Je doet iets goeds, je voelt je warm. Als je richting de warmte wilt gaan, blijf je die dingen doen die je een gevoel van warmte geven, zelfs als ze erg klein en onbeduidend zijn. Als je iets doet dat je aard geweld aan doet, voel je je steeds meer verwijderd en vervreemd van jezelf.

Dus hier is het niet God die je probeert te behagen. Het gaat meer over trouw zijn aan je ware aard, trouw aan jezelf, oprecht – oprecht op een veel dieper niveau. Oprecht, niet gewoon dat je zegt wat je voelt, maar oprecht op het niveau van wat je waarlijk weet en zorgen dat dat de basis is van je communicatie en het nemen van beslissingen en je identificatie in de wereld. Je situatie lijkt misschien onmogelijk, onbegrijpelijk, maar God heeft een manier om je uit het labyrinth te krijgen, om je uit deze onderwereld van je eigen, afgescheiden, persoonlijke ervaring te krijgen.

Om Kennis te volgen hoef je niet noodzakelijkerwijs te behoren tot een religie. Het doet er niet toe waar je woont, in welk land je leeft, hoe je lichaam eruitziet. Je sociale status, je politieke omstandigheden, het doet er niet toe. De weg is hetzelfde. Hoewel je een weg zult volgen die uniek is voor jou en je behoeftes en voor je hogere doel, de weg is hetzelfde.

Overtuigingen verschillen, interpretaties verschillen, verklaringen verschillen, theologische inzichten verschillen, maar de weg is hetzelfde. Als Jezus je gids is, loopt de weg nog steeds via Kennis, Als Mohammed je gids is, loopt de weg nog steeds via Kennis. Als Boeddha je gids is, loopt het pad nog steeds via Kennis. De gids verandert de route niet die je moet volgen.

Mensen zullen het er niet mee eens zijn, mensen zullen argumenteren, mensen zullen het ter discussie stellen, mensen zullen het veroordelen, mensen zullen verontwaardigd zijn, mensen zullen furieus en kwaad zijn, maar dat is een uiting van hun toestand. Dit zegt iets van hun geestes- en bewustzijnstoestand. Kennis leeft binnenin jou. Hoe jij het bekijkt wordt bepaald door jouw toestand, jouw geestes- en bewustzijnstoestand. Maar je kunt Kennis niet veranderen. En dit is uiteindelijk je redding.

De mate waarin jij verder af staat van Kennis is de mate waarin jij in een soort Hel leeft. Je zou steeds verder verwijderd kunnen raken en in een diepere vorm van Hel kunnen leven. Je zou steeds intensiever kunnen gaan lijden. Je isolement zou dieper kunnen worden. Je gevoel van schaamte en schuld zouden je nog meer kunnen overweldigen. Maar het is hetzelfde probleem. Je zou tot het diepste deel van het labyrinth kunnen gaan en alle mogelijkheid van redding voor jezelf kunnen ontkennen, maar Kennis is nog steeds binnenin jou. Het vuur van Kennis, hoewel het misschien maar een klein lichtje is, is nog steeds een gloeiend kooltje in jou.

After awhile, hiding and self-punishment lose their attraction, and Knowledge begins to pull you back to yourself, to your true self, to your reality, to the reality that has sent you into the world. Even if you have committed the worst crimes imaginable, Knowledge is within you. It will have you make amends. It will have you do great works. It will give you great assignments so that you can experience your own redemption, but it is still within you, being the pull of God, the Presence of God and the Power of God in your life.

Na een tijdje verliest het jezelf verstoppen en bestraffen hun aantrekkingskracht, en begint Kennis je terug te trekken naar jezelf, naar je ware zelf, naar je realiteit, naar de realiteit die jou de wereld ingezonden heeft. Zelfs als je de ergst voorstelbare misdaden hebt begaan is Kennis binnenin je. Zij zal je verbeteringen laten aanbrengen. Zij zal je grote werken laten doen. Ze zal je grote opdrachten geven zodat je je eigen redding kunt ervaren, maar ze is nog steeds binnenin jou, en is de aantrekkingskracht van God, de Aanwezigheid van God en de Kracht van God in je leven.

Als je God echt wilt behagen, dan zijn lofprijzing en aanbidding alleen niet de weg. Je moet echt doen waarvoor God je hiernaartoe heeft gestuurd. Je moet werkelijk eren wat God in je heeft gelegd om te eren, en je moet dit in anderen ook eren. En je moet dit zo goed mogelijk volgen en het zichzelf tot uitdrukking laten brengen in een wereld van veranderende omstandigheden en moeilijke situaties. Dit eert jouw relatie met God. Dit laat je resoneren met wat God in je heeft gelegd.

God heeft lofprijzing niet nodig, maar God vindt dat het werk gedaan moet worden, de geschenken gegeven moeten worden, dat je de redding ervaart. God vindt het niet nodig dat jij jezelf verliest in een wereld van angst, plezier en desoriëntatie. In de Nieuwe Boodschap wordt dit echt duidelijk. Maar je moet je zelfbescherming laten varen om dit te ervaren en om het grote geschenk te ontvangen en om te zien dat dit de essentie is van alle wereldreligies – religies die de mensheid aangepast en geschikt heeft naar haar eigen toestand, maar die niettemin in zuivere vorm bestaat.

Denk over de Hemel als waar je vandaan bent gekomen en denk over de Hel als waar je naar toe bent gestuurd om te dienen – om te helpen de afgescheidenen terug te winnen, om hun hernieuwde betrokkenheid bij Kennis binnenin henzelf te ondersteunen en om een wereld te creëren waarin Kennis duidelijker is dan ze vandaag is, waar inspiratie duidelijker is dan ze vandaag is, waar harmonie en samenwerking duidelijker zijn dan ze vandaag zijn. Het is alsof je uit de Hemel bent gekomen met een steen, en de steen is deel van de basis voor een groter en vollediger en echtere realiteit hier.

Iedereen is hier om zijn bestemming in de wereld te vervullen. Hoe meer zij dat kunnen weten en ervaren, des te minder angstig wordt de wereld, minder in conflict, minder verdeeld en des te bevorderlijker voor de ware aard van allen die hier wonen.